Een woord met een beladen betekenis. `Afscheid´ als een moment in je leven waar je tegen op ziet, maar waar je niet om heen wilt en meestal niet om heen kunt. Als je het ontloopt of vermijdt, dan knaagt dit aan je geweten en blijft het je lange tijd bezig houden, alsof je iets hebt nagelaten. Geen afscheid kunnen nemen, is als een eeuwig onvoltooide handeling.Ondanks alle gevoelens die alleen al door het woord zelf worden opgeroepen, wil ik toch een stukje schrijven over afscheid. Niet zo maar over afscheid, maar over afscheid bij terugkeer. Over de militair die op uitzending is geweest en na langere tijd terugkeert. Misschien bent u verrast dat dit met afscheid te maken heeft?
Laat ik nog even stilstaan bij de betekenis van het woord `afscheid´ en hoe we dit gewend zijn te gebruiken. Het woord `afscheid´ betekent oorspronkelijk `besluit´, maar ook `dood´, en `vaarwel zeggen´. Dit verwijst naar een handeling die een scheiding aanbrengt, naar een besluit dat kennelijk een verschil aangeeft tussen wat geweest is en wat zal zijn. In deze zin verwijst het ook naar het `nu´, `het heden´ dat de scheidslijn tussen verleden en toekomst vormt. En kennelijk ligt in dat `nu´ een punt van spanning, van beladenheid. Als een punt `waar het om draait´, een scharnierpunt tussen het oude en het opnieuw beginnen.
Op de momenten dat we
ons kennelijk bewust worden van dit spanningspunt ervaren we `afscheid´.
De manier waarop iemand gewend is om met deze spanning om te
gaan, is dus van betekenis voor de manier waarop iemand afscheid neemt.
En in die betekenis wordt afscheid soms ervaren als de pijn
die met het verdragen of niet-verdragen van de spanning gepaard gaat. Niet
meewerken maakt het zwaar en moeilijk; meebewegen daarentegen kan het lichter
maken, wat niet noodzakelijk betekent dat het ook plezierig wordt.
Niet meewerken komt eigenlijk neer op `terugkijken´of
´vasthouden aan het verleden´. Dit doet me denken aan het verhaal van de vrouw
van Lot, die achterom keek en datgene wat verlaten werd niet wilde loslaten.
Zij verstarde en het leven vloeide uit haar weg.
Laat ik hier helder zijn: de vrouw van Lot werd niet gestraft!
Niet in morele zin en niet in andere zin.
We kunnen dit beeld wél leren begrijpen, wanneer we ons
realiseren dat zij de spanning niet uithield en omkeek. Zó veel macht had het
verleden over haar, dat zij de toekomst niet kon binnengaan; zo bevreesd was
zij wellicht voor gemis van het bekende, dat zij de opdracht om niet terug te
kijken niet kon uitvoeren. Alsof zij
door haar blik over de schouder nog iets kon meenemen van wat daar achterbleef.
We zijn hier op een belangrijk punt aangekomen op onze
zoektocht. Er is spanning voelbaar op dit punt. De zoektocht kan hier eindigen.
Maar dan blijft het antwoord verborgen. We kunnen ook verder gaan, en de blik
richten op datgene wat hier misschien onthuld wil worden.
De vraag dient zich aan of er twee kanten zijn aan
`afscheid´. En wat gebeurt er eigenlijk aan die twee kanten? Werken beide kanten samen of werken ze ieder
aan een eigen proces? Er is éen kant die
blijft, en dus eigenlijk meer `afscheid geeft´ dan neemt; en een kant die
vertrekt en afscheid neemt.
Gaat u maar eens na hoe u dat eigenlijk zelf doet. Afscheid
nemen of wordt het je gegeven? Denk maar
eens aan alle keren dat u besefte hoe de dingen voorbijgaan. Voor je het weet
zijn je kinderen ouder, is hun jeugd voorbijgegaan. Je kunt er niet meer naar
terugkeren, en er blijven alleen de herinneringen.
Of voor je het weet ben je zelf op een punt in je leven
aanbeland, waar je beseft dat je het midden van je leven voorbij bent. Er is
geen weg terug, alleen verder. En wat neem je mee van die voorgaande tijd? De
herinneringen. Niet dat alles wat voorbij is, ook werkelijk heeft afgedaan. Het
is alleen opgegaan in een nieuwe fase, en het heeft in die zin bijgedragen aan
alles wat daarna komt.
Zo werkt de evolutie.
Zo bezien, ontstaat er bij elke terugkeer naar het “oude” eigenlijk
een bijzondere situatie: alsof eerder afscheid kan worden teruggedraaid. Vaak
loopt dit uit op een teleurstelling. Het was niet meer zoals vroeger, zeggen we
dan. Er is te veel veranderd. Wijzelf zijn veranderd, en ook de plek waar we
naar terugkeerden is veranderd.
Daarom moet er bij de terugkeer van een uitzending opnieuw het
proces van afscheid worden doorgemaakt. Maar nu tussen degene die terugkeert naar
huis en de situatie van uitzending.
Indien het thuisfront de verwachting heeft dat de
teruggekeerde onveranderd terugkeert, dan is het eerdere afscheid (bij vertrek)
niet ten volle verstaan. Wanneer de uitgezonden militair meent dat terugkeer na
de uitzending zich zonder afscheid kan voltrekken, dan heeft ook hij niet ten
volle verstaan waar afscheid toe dient. Wie niet stilstaat bij de noodzaak om
afscheid te nemen van de utzending en de plek waar men verbleef, zal merken dat
er iets onvoltooid blijft. De ervaring wordt daardoor niet verwerkt en het
leidt tot gevoelens van onvrede en rusteloosheid.
De paradox is natuurlijk dat de gemiddelde mens er
automatisch vanuit gaat dat `terugkeer´ zal leiden tot hereniging. Niet
helemaal onterecht, maar ook niet helemaal terecht. Het verblijf tijdens de
uitzending kent vele aspecten. Maar één misschien niet altijd even goed belicht
aspect, is de grote toegevoegde waarde van de uitzendervaring. Een situatie die
verrijkend is in vele opzichten, die een beleving biedt die niet zo maar en
niet overal kan worden beleefd. Het bijzondere en het waardevolle, zoals de
saamhorigheid, de kameraadschap en het wederzijds vertrouwen, worden als
ervaring meegenomen bij de terugkeer, maar kunnen niet zondermeer direct
beleefd worden na de terugkeer en evenmin direct volledig worden geïntegreerd
in de nieuwe thuissituatie. In de beleving wordt er iets achtergelaten, en zelfs
bijna als een verlies beschouwd.
Als uitgezonden militair ben je gaan beseffen dat je een
ervaring rijker bent. Dat je iets hebt meegemaakt en iets hebt beleefd wat je vooral
toeschrijft aan de unieke situatie van de uitzending. Het leek bij de situatie,
daar op die plek, te horen.
Het afscheid nemen hiervan lijkt tegen jezelf in te druisen.
Je wilt niet meer kwijt raken wat je daar hebt beleefd. En tegelijkertijd ervaar je bij terugkomst
dat je alleen bent met die ervaring. Dat je die, behalve met je maten, niet
deelt met de thuisblijvers.
Toen je vertrok nam je de herinnering aan je thuis, de plek
van waar je vertrok, met je mee. Als een deel van jou reisde deze herinnering
met je mee. Als het nodig was kon je de herinnering in je zelf tot leven
brengen en het beeld ervan op je in laten werken.
Nu dat je bent teruggekeerd, draag je een andere bijzondere
herinnering aan je mee en is er de mogelijkheid om deze herinnering als een
richtinggevende ervaring in je leven te leren gebruiken. Het gemis en verlangen
naar dat wat je daar achter hebt gelaten, zijn nu precies de prikkels die je
uitnodigen om je ervaringen om te zetten in een nieuwe vorm. Maar of je dit ook
zo ervaart, hangt ervan af. Jij bent
veranderd, en je brengt iets waardevols mee terug; niet alleen voor je zelf,
maar voor allen om je heen. Hoe je dit kunt gaan integreren in je “nieuwe’
leven thuis, hangt van jou af.
Stap één is dat dit herkend wordt. Stap twee komt pas
daarna. Daarover wil ik graag de volgende keer schrijven. In de tussentijd ben ik benieuwd naar
ervaringen. Schrijf gerust een reactie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten