dinsdag 29 januari 2013

ECHTE EN ONECHTE VREDE


Geschreven voor allen die vochten voor vrede, maar in een  oorlog terecht kwamen die in hen zelf wordt gevoerd. Deze oorlog noemt men ptss.

Ik neem je vandaag mee om een spoor van gedachten te volgen. Waar het spoor heen leidt weet ik niet… maar als we het samen volgen, zullen we ook samen ontdekken waar we zijn als we aangekomen zijn…

`Er bestaat een vrede die elk begrip te boven gaat. Dit is de vrede die woont in de harten van mensen die in de eeuwigheid leven`. Wanneer je zoiets leest dan kan je dat niet met je verstand begrijpen.
Maar als jet het dan toch wilt vatten, lees dan met me mee…

Want dan, plotsklaps, is de rust verstoord  …. Net was het er nog: rust, harmonie, vreugde, gevoel van vrijheid. En nu, opeens, is het verdwenen en heeft het plaats gemaakt voor geweld, conflict, bedrog, gebrek aan begrip en onwil. En tussen die twee krachtvelden, tussen die twee tegenstrijdige machten: dáár sta IK.

En in mijn behoefte aan `vrede´ verdring ik de indringers – en in het verdringen van de indringers creëer ik `onechte vrede` - zowel daar als ook hier. Of vooral hier? Of juist daar?  En als ik goed kijk, zie ik dat ik `strijd voer ´ voor de `vrede`, een strijd die de indringers mee naar binnen doet nemen, naar binnen in mijzelf.

Bij terugkeer is er geen ontspannen van de spanning. Geen loskomen van het tegenstrijdige … de strijd duurt voort. En wanhopig en tevergeefs probeer ik de vrede buiten mij te zoeken. Bij anderen. Zij zullen het toch nog wel weten? Maar hun herinnering aan oorlog is verloren, en zij weten niet meer wat vrede is.

Was mijn heenreis gedreven door mijn idealen, de vrede waarvan ik zo zeker wist dat die ergens bestond maar bovenal in mij, dat ik daar wel heen móest om vrede te brengen – maar bij terugkeer bracht ik de strijd in mij mee terug. En in de wereld waarin ik terugkeerde, kon ik geen vrede meer vinden want al wat ik vond was `onechte vrede´.

En toen begon ik te beseffen dat vrede slechts kan bestaan in de harten van mensen. En zachtjes zing ik  woorden van verdriet, woorden van verloren idealen, woorden van de pijn die nooit meer weg zal gaan.

Toen ik op weg ging, wist ik wat mij aantrok
toen ik daar was begreep ik wat mij voortdreef
toen ik terugkeerde besefte ik dat de reis nog maar net begonnen was.
Wat volgde was strijd
op een plaats waar ik niet heen kon
noch vandaan kon
maar waar ik al die tijd al was geweest:
in de wereld die heet mijn ziel.

Bent u nog bij me?

We zijn aangekomen, op de plek waar de reis begon. Gewoonlijk noemen we dat `thuis´. Thuis is waar de reiziger vertrekt, en na verloop van tijd, en daar kan jaren over heen gaan, weer terugkomt. En hij zal merken dat alles is veranderd. Niets is meer gelijk. Maar de grootste verandering heeft zich in hem zelf, in de reiziger, voltrokken.  Zou het kunnen zijn dat de reis daarvoor bedoeld was?

Geen opmerkingen: