Verhalen vertellen doet iedereen. Sommigen van ons zijn
grote vertellers, anderen houden het bij bescheiden verhalen, maar verhalen
vertellen doen we allemaal. Sommigen denken dat het verhaal de waarheid moet
zijn. Zij proberen hun verhaal van zoveel mogelijk feiten te voorzien. Anderen
gaat het meer om het smeuïge karakter van het verhaal. Zij vinden het
belangrijk dat de luisteraar geniet.En maar weinig mensen beseffen dat hun verhalen een diepere
laag in zich dragen. Een laag die we soms wel vermoeden, maar nooit helemaal direct
begrijpen.Er is een prachtig boek vol met verhalen, verteld door militairen
die in Srebrenica waren tijdens de oorlog. Het prachtige heeft niet te maken
met de feiten van de verhalen. Wat ik hiermee wel wil zeggen, kan ik het best illustreren
aan de hand van een voorbeeld.
In één van de verhalen zegt iemand “ik kwam terug naar
Nederland met het idee dat ik onsterfelijk was. Ik had al zoveel meegemaakt. Ik
leefde op het gevaar…”
In de context van de oorlog in voormalig Joegoslavie kan
iedereen zich een beeld vormen bij deze woorden. Ik moet bij het lezen van deze
woorden echter aan een ander verhaal denken. Het verhaal van Odysseus die na de
strijd in Troje probeert naar huis terug te keren.
Wie was die Odysseus eigenlijk?
Een gewone man die door een samenloop van omstandigheden in
de oorlog tegen de Trojanen terecht was gekomen. Hij heeft een zoon, en een
echtgenote Penelope. En ook zijn oude vader en moeder leven nog. Hij staat
bekend om zijn sluwheid, wat destijds betekende dat hij een slimme jongen was.
Zoiets kan ongetwijfeld ook verteld worden over de militair die
destijds uit Srebrenica terugkeerde. Een jongeman, misschien had hij een gezin,
of een vriendin, vrienden met wie hij al van schooltijd bevriend was, een
vader, een moeder.
Als we de verhalen zo vergelijken, dan vergelijken we ze
letterlijk. Hoe frappant de gelijkenis ook kan zijn, de vergelijking brengt ons
eigenlijk niet bij de diepere betekenis van het verhaal.
En juist in die diepere
betekenis van een verhaal zit de genezende werking ervan. We moeten dus naar die betekenis op zoek gaan.
Laten we eerst eens naar zijn woorden luisteren: ik kwam terug…
Maar hij keert niet zo maar terug. Hij dacht dat hij onsterfelijk was. Dit zijn heel belangrijke
woorden. Ze verwijzen immers naar iets wat hij mee terug bracht. Een idee. En
niet zo maar een idee, Maar een idee dat ontstond door een wezenlijke ervaring
die ongetwijfeld te maken heeft gehad met de dood die dichtbij kwam. Hij bracht
als het ware een “geschenk van de goden” mee terug.
Dat geschenk was zijn ervaring dat hij “onsterfelijk was”.
Hoe hij het geschenk heeft begrepen wordt uit het vervolg van het verhaal
duidelijk. Hij vertelt daarin dat hij zich uitgedaagd voelde om het gevaar te
trotseren. Misschien heeft hij wel gedacht dat hem niets meer kon deren, maar
ik vermoed dat hij onbewust wel wist dat dit niet zo was. Dus daagde hij de
wereld uit om het tegendeel te bewijzen. En belandde zo voor een maand in de
gevangenis.
Was het geschenk bedoeld om hem uiteindelijk in de
gevangenis te doen belanden? Wie weet.
Het is moeilijk om daarop te antwoorden. Maar laten we ervan uitgaan dat de
diepere laag van het verhaal wel een betekenis voor hem had.
Het verhaal van Odysseus kan ons hier helpen om iets te gaan
begrijpen van die diepere betekenis.
Toen Odysseus terugkeerde na de oorlog haalde hij zich de
woede van Poseidon, de god van de machtige en onstuimige zee op de hals. Iedere
keer als Odysseus zich weer op weg wilde begeven met zijn schip, maakte
Poseidon hem het leven lastig door hem verder van huis te voeren in plaats van
dichterbij, door hem te doen aanspoelen op plaatsen waar een les voor hem klaar
lag.
Vanuit dit perspectief was de grootste vijand van Odysseus,
tevens zijn grootste helper. Maar het duurde een flink aantal jaren voordat
Odysseus zich over gaf aan dit besef. Hij verzette zich heel wat jaren tegen
alles wat hem overkwam, totdat hij begon te beseffen dat hem zijn verzet niet
hielp.
En toen keerde het tij. Er kwam hulp onderweg die hem
uiteindelijk definitief thuis bracht.
Voor dat het zo ver was moest Odysseus nog afdalen in de
onderwereld. In de oude tijden stond de onderwereld voor de plaats waar de
gestorvenen verbleven. Dit betekent niet dat Odysseus stierf. Het betekende wel
dat hij eindelijk oude gewoontes en verstokte opvattingen kon loslaten. De
dingen die hem niet meer dienden in zijn leven, maar waaraan hij zo gehecht
was. Hij leerde zien dat er dingen in het leven zijn waar de mens geen invloed
op heeft, geen macht over heeft. Hij kon
nu gaan zien dat het zijn opdracht was om daarmee te leren omgaan.
Het verhaal van de militair verloopt bijna op een zelfde
manier. In al zijn overmoed, misschien wel dankzij zijn overmoed, kon hij zijn
eigen beperkingen leren kennen, en later ook leren hoe daarmee om te gaan. Hij
vertelt hoe hij zich bij tijd en wijle terugtrekt in zijn donkere kamer, als in
een veilige bunker.
Een afdaling in het duister van de onderwereld staat gelijk
aan een terugtrekken in je zelf. Je terugtrekken in je binnenwereld, waar het
soms behoorlijk donker kan zijn. Maar je hebt het donker nodig om weer het
licht te kunnen gaan zien. Nieuw leven komt beter tot groei in het donker. Dat
geldt voor zaadjes die je in de grond stopt. En het geldt ook voor mensen die
zich terugtrekken in zichzelf.
Had Odysseus nu PTSS?
Ik geloof het niet. Ik geloof dat Odysseus een mens was met
“goddelijke” ambities, die moest leren dat de mens zich nu juist van de goden
onderscheidt door zijn menselijke begrenzingen. Hij kreeg de mogelijkheid om deze les uit
zijn eigen leven te halen. Toen hij het hele verhaal kende, en dat was
natuurlijk pas op het einde van het verhaal, kon hij zien dat het goed was. Dat
iedere seconde, iedere minuut, ieder uur en ieder jaar noodzakelijk was om hem
te leren die les te nemen. Er was niets “fout” aan het verhaal op zich. Het was
wel mogelijk om het verhaal met andere ogen te gaan zien. Toen kon hij zien dat
het precies was zoals het bedoeld was, voor hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten