maandag 14 januari 2013


DE PSYCHOLOGISCHE WETTEN VAN DE WIL

Centraal bij psychosynthese begeleiding staat de bewustwording en  ontwikkeling van de Wil. 

Meestal heeft dit één van de volgende redenen: 

-iemand is te gauw geneigd om gehoor te geven aan prikkels, drijfveren of verlangens waardoor hij als het ware de speelbal wordt van deze impulsen;
-een andere reden kan zijn dat iemand eerder geneigd is om zonder enige overweging zijn wil door te drukken.

In beide voorbeeldsituaties wordt de krachtige energie van de Wil versnipperd of raakt zelfs verloren. Het doel is dus om efficiënter en doelmatiger gebruik te maken van datgene wat aan ieder ter beschikking staat: de wil. Hieronder versta ik `het vermogen om sturing en richting te geven aan ons handelen op een weloverwogen en doelgerichte wijze´.  

Om dit vermogen te ontwikkelen en beter te leren benutten, is het opdoen van eigen ervaring met de werking van de wil een belangrijk middel.  Roberto Assagioli noemt dit de ervaring van de volledige wil – in – werking. Op die momenten voelen we ons het meest verbonden met ons vermogen om onszelf, met onze wil, tot uitdrukking te brengen in de wereld. 
Die ervaring kunnen we leren opdoen dankzij de training van de wil en door het ontwikkelen van het kundig gebruikmaken van de wil.

Roberto Assagioli formuleerde tien psychologische wetten van de wil die van praktische betekenis zijn voor het leren gebruiken van de wil. 

De wetten

Wet 1 Beelden of mentale afbeeldingen en ideeën hebben de neiging om de daarmee overeenkomende fysieke omstandigheden en uiterlijke handelingen voort te brengen.

Iedereen heeft de werking van deze wet wel eens ervaren op het moment dat de juffrouw op school de letters van het alfabet op het bord schreef en je deze voorbeelden overschreef. Hoe beter je in staat was om het voorbeeld voor je innerlijk oog  te laten verschijnen, des te beter lukte het om te schrijven. 
Dat deze werkwijze ook op andere gebieden in ons leven van toepassing is, levert voor veel mensen een nieuw inzicht op. De kern van deze wetmatigheid bestaat er dan uit, dat we doelbewust en gericht er voor kiezen om een beeld in onszelf op te roepen dat overeenstemt met datgene wat we willen bereiken. Door dit beeld in het centrum van onze aandacht te houden, helpt het om de handelingen op te roepen waarnaar verlangd wordt. We noemen dit de motor-kracht van ideeën. 

Voorbeeld
Stel dat iemand er naar verlangt om tijdens een sollicitatiegesprek een houding van zelfvertrouwen uit te stralen. Als voorbereiding kan die persoon dan welbewust en doelgericht beelden en ideeën over `zelfvertrouwen´ in zichzelf oproepen en zich concentreren op deze beelden en ideeën, waardoor de neiging toeneemt om de bijbehorende uiterlijke handelingen daadwerkelijk uit te voeren.

Wet 2 Houdingen, bewegingen en handelingen hebben de neiging overeenkomende beelden en ideeën op te roepen; deze roepen (overeenkomstig wet 3) op hun beurt overeenkomende emoties en gevoelens op, en versterken deze.


Deze wet is voor de meeste mensen wel bekend. We weten allemaal hoe gemakkelijk een stemming of gevoel wordt opgeroepen door wat in eerste instantie alleen maar een gespeelde rol was. Vooral toneelspelers maken gebruik van deze wet, maar ook in het dagelijks leven maken we onbewust gebruik hiervan. Denk maar aan de keren dat de stemming van kinderen die voor de grap een gevecht aan gaan plotsklaps kan omslaan in werkelijk vechten.
Ook voor deze wet geldt, dat,  wanneer we kundig gebruik ervan maken, we doelbewust en gericht deze kracht kunnen benutten om de motor-kracht uit wet 1 te versterken.

Voorbeeld
Stel dat iemand zich wil verplaatsen in de psychische toestand van een ander, dan kan hij lichaamshouding en gebaren of de gelaatsuitdrukking van die ander nabootsen. Hierdoor roept hij in zichzelf de overeenkomende gevoelens op. Een leuke manier om dit te ervaren is een oefening waarbij je jezelf de opdracht geeft om een somber of droevig liedje te zingen, en tegelijkertijd de lichaamshouding aan te nemen die bij een vrolijk liedje past. Waarschijnlijk zal het droevige liedje hierdoor vrolijker gaan klinken. 

Wet 3 ideeën en beelden hebben de neiging emoties en gevoelens te wekken die daarmee overeenkomen.

Met deze wet is iedereen bekend die weet hoe de gedachte aan een lastige vergadering reeds de gevoelens oproept van spanning. 
Wanneer men deze wet op kundige manier inzet, kan de werking ervan positief bijdragen aan iemands leven.
De techniek van `prikkel woorden´ wordt soms in de begeleiding gebruikt om iemand te leren bepaalde stemmingen op te roepen die een positieve uitwerking hebben. Zo kan iemand door het steeds herhalen van een bepaald woord dat uitdrukking geeft aan een te ontwikkelen kwaliteit langzamerhand de bijbehorende gevoelens doen toenemen en versterken. 

Voorbeeld
Stel iemand vindt het moeilijk om tijdens vergaderingen het woord te nemen. De kwaliteit die deze persoon ontwikkelen wil, wordt uitgedrukt door het woord `durf´. Onder deskundige begeleiding en met gebruikmaken van de kundige wil, kan iemand met behulp van bepaalde technieken deze kwaliteit bewust leren te gebruiken.

Wet 4 Emoties en indrukken hebben de neiging om ideeën en beelden te wekken die daarmee overeenkomen of daarmee verband houden.

Deze wet kent vrijwel iedereen, zij het ook in een vaak negatieve hoedanigheid. Vooral mensen die `last´ hebben van angst voor bepaalde situaties hebben vaak meer last van de beelden die deze angst bij hen oproept. Ook hier geldt weer dat het kundig gebruikmaken van deze wet hen in staat kan stellen om de vicieuze cirkel te doorbreken.

Voorbeeld
Iemand is bang voor afwijzing waardoor hij in gezelschap van onbekenden zichzelf soms net een houten klaas voelt. Deze fysieke beleving van de angst voor de afwijzing roept weer gevoelens van ontoegankelijkheid op, waardoor anderen het moeilijk vinden om door zijn cordon heen te breken.

Wet 5 Behoeften, prikkels, drijfveren en verlangens hebben de neiging om beelden, ideeën en emoties op te wekken die daarmee overeenkomen. (Deze beelden zetten vervolgens volgens Wet 1 zich weer om daarmee in overeenkomende handelingen)

Het meest voorkomende gevolg van deze wet is de rationalisering van ons gedrag. We zien dit sterk voorkomen bij mensen die hun `slechte´ gewoonten hiermee rechtvaardigen. Een eenvoudig voorbeeld is de mens die verlangt naar `troost´ en daarom iets te eten uit de ijskast pakt en tegen zichzelf zegt dat hij het wel verdiend heeft.
We kunnen leren om ons beter bewust te worden van de onderliggende drijfveren en prikkels die ons soms dwingend er toe brengen om een bepaald gedrag te vertonen.

Voorbeeld
Iemand heeft de gewoonte om afspraken op het laatste moment af te zeggen. Meestal geeft hij hiervoor een excuus, maar als hij in de begeleiding verder kijkt vanuit de positie van de wil om zijn afspraken beter na te komen, dan leert hij te zien dat zijn eigenlijke drijfveer bij het afzeggen eerder te maken heeft met egocentrisme ( de behoefte om zelf niet te kort te komen). Hij leert in de begeleiding zich deze wet op het juiste moment te herinneren, en gebruik te maken van een andere wet om zijn beslissing om te buigen. Bijvoorbeeld door zich voor te stellen hoe hij waardering ondervindt voor zijn loyaliteit waarmee hij zijn vrienden trouw is. Hiermee brengt hij zijn gevoelens tot rust en kan hij zijn wil om de afspraak na te komen activeren. 

Wet 6 Aandacht, belangstelling, bekrachtiging en herhaling versterken de beelden, ideeën en psychologische formaties waarop ze gericht zijn.

Alles wat aandacht krijgt groeit, en omgekeerd door de aandacht bewust weg te richten van iets dat ongewenst is, kan de invloed er van afnemen. 

Verschillende vormen van transformatie zijn hierop gebaseerd. Het kundig gebruik leren maken van deze wet is een belangrijk element in wat ik `psychische hygiëne´ zou willen noemen.
Zo eenvoudig als deze wet klinkt, zo moeilijk is zij vaak in de context van de innerlijke mens uit te voeren. Er zijn immers zo veel invloeden waar de mens aan bloot staat, die om de voorrang strijden. In de psychosynthese begeleiding komt deze wet daarom vaak in combinatie met het proces van keuze maken en het leren om de keuze bekrachtigen, aan de orde.

Voorbeeld
Iemand die trek heeft, ziet overal winkels of snackbars waar eten te koop is. Ook de media weten deze wet te gebruiken om de aandacht van de mensen te richten op onderwerpen die hen profijt opleveren. Het kundig gebruik van de wil stelt de mens in staat om gebruik te maken van zijn vrijheid om te kiezen. 

Wet 7 Herhaling van handelingen intensiveert de prikkel tot verdere herhaling en maakt de uitvoering ervan gemakkelijker en beter, totdat zij uiteindelijk onbewust wordt uitgevoerd.


Deze wet beschrijft hoe gewoonten ontstaan en door gebruik onbewust worden. Gewoonten hebben enerzijds het voordeel dat ze ruimte scheppen om de aandacht op andere zaken van hogere waarde te richten; anderzijds kunnen gewoonten ons beperken omdat zij ons langs de gebaande paden doen gaan, tenzij…we er een gewoonte van maken om ons denken en willen in dienst te stellen van de verantwoordelijkheid die we hebben. 

Voorbeeld 
Een voorbeeld hiervan is het milieubeheer. Jarenlange gewoonten, en het voor vanzelfsprekend aannemen van de onuitputtelijkheid van energie, hebben ertoe geleid dat de bronnen hebben uitgeput en de aarde hebben vervuild. Het ombuigen van deze gewoonten doet een beroep op de inzet van de wil om ons weer verantwoordelijk te voelen voor zowel aarde als milieu. 

Wet 8 Alle verschillende functies en hun talrijke combinaties in complexen en subpersoonlijkheden volgen wegen om hun doelstellingen te bereiken zonder dat wij dit beseffen, en zij doen dit onafhankelijk en zelfs tegen onze wil in.

Dit is één van de meest complexe wetten van de wil omdat hier sprake is van het bestaan van een onbewuste wil. Assagioli noemt onze spierreflexen als een voorbeeld om deze wet te verduidelijken; op een ander niveau, maar even mysterieus, is ook het ware creatieve proces een uiting van deze wet.
Maar ook onze subpersoonlijkheden zijn een voorbeeld van deze Wet 8. Subpersoonlijkheden ontstaan als gedragspatronen rondom onbewuste behoefte zoals liefde, erkenning, waardering etc.
De zo ontstane subpersoonlijkheid heeft een mentaal beeld van een bepaald doel dat hij wil bereiken en dit mentale beeld brengt in het onbewuste een activiteit op gang die erop gericht is dit doel ook werkelijk te bereiken. Dit proces verloopt volgens de wet 8, en blijft veelal onbewust. 

Wet 9 Driften , drijfveren, verlangens en emoties zijn geneigd zich uit te drukken en vragen om geuit te worden.

De meeste mensen zullen zich in meer of mindere mate bewust zijn van deze wet. We kennen allemaal verlangens of de sterk gevoelde behoeften en onze soms hulpeloze pogingen om met hen om te gaan. Zij die streng en gedisciplineerd zijn, hebben de neiging hun behoeften en verlangens te onderdrukken en gebruiken hiervoor een sterke wil die overigens niets van doen heeft met de wil die ik hier beschrijf. De wil die als besturingsprincipe het dichtst bij het “zelf’ staat, is niet de wil die in dienst van een psychologische functie of subpersoonlijkheid staat (zie ook wet 8). 

Deze wet nodigt in feite uit om te onderzoeken hoe we ons, tijdelijk, kunnen dis-identificeren van de energie van onze drijfveren, verlangens en emoties, ten einde hen een waarde toe te kennen op grond waarvan we hen kunnen richten en vormgeven. De hierna volgende wet 10 geeft hiervoor een aantal richtlijnen.

Wet 10 Psychische energieën kan men uiten op één van de volgende wijzen: 
- rechtstreeks (door ontlading)
- indirect (door symbolische activiteit)
- door een proces van transformatie (door omvorming)

1. Het rechtstreeks uiten van de psychische energieën is een gezonde manier om aan behoeften en neigingen gehoor te geven. De werkelijke situatie is echter dat er vaak verschillende behoeften tegelijkertijd spelen, waardoor het proces van keuzes maken
(een echte wilshandeling) noodzakelijk wordt. 
2. Wanneer rechtstreeks uiting niet mogelijk is, kan op een meer indirecte manier uiting worden gegeven. Wanneer iemand ons bijvoorbeeld kwaad maakt, dan is een indirecte manier om daaraan uiting te geven soms bevredigender. Sommigen mensen hebben op zolder of in hun schuurtje een “schop paal” waar zij hun gevoelens van woede kunnen uiten. Anderen schrijven hun gevoelens van woede op en verschuren daarna het geschrevene. Kortom er zijn vele manieren waarop we de wil kunnen benutten.
3. Energie die getransformeerd wordt kan twee richtingen op: omhoog en leidt zo tot veredeling, en omlaag en leidt zo tot vervorming.
In principe wordt binnen de psychosynthese begeleiding de aandacht vooral gericht op de zogenaamde technieken van veredeling. Deze technieken zijn kort samen te vatten als : opheffing, zuivering, verinnerlijking, uitbreiding en uitdrukking naar buiten.

Voor dit artikel maakte ik uitgebreid gebruik van :
Roberto Assagioli “Over de Wil; sturend mechanisme in het menselijk handelen”  uitg. Servire 1997



Geen opmerkingen: